In havo 4 zijn we bezig geweest met het hoofdstuk over beweging. Een belangrijke vaardigheid is het werken met grafieken. Naast het aflezen van de grafiek moeten ze ook met behulp van de raaklijn en oppervlaktemethode andere gegevens uit de grafiek kunnen halen. De basis daarvoor is natuurlijk snappen wat het verband is tussen een (x,t)- en (v,t)-diagram.
Om deze koppeling te trainen heeft mijn oud-collega Mariëlla Verhage een aantal jaar geleden eens een simpel puzzeltje gemaakt. Op ieder puzzelstuk staan een (x,t)- en (v,t)-diagram, maar die horen niet bij elkaar. Wat leerlingen moeten doen is het de koppeltjes die wel bij elkaar horen tegen elkaar aan leggen. Wanneer ze dat goed doen krijg je een mooi rondje met allemaal kloppende grafieken.
Klinkt best simpel, en voor sommige leerlingen is dat het ook. De snelste zijn altijd met een paar minuutjes al wel klaar. Andere leerlingen hebben er iets meer moeite mee. Deze moet je vaak zeggen dat het nog niet klopt, en soms zelfs wijzen op de foute verbinding die ze hebben bedacht. Alleen maar goed, want juist deze leerlingen leren iets nieuws.
Voor de snelle leerlingen heb ik altijd een nog uitgebreider spel klaar liggen. Een soort kwartet met (x,t)- en (v,t)- en (a,t)-diagrammen. In dit spel zijn alle diagrammen los en moeten ze setjes van 3 bijbehorende grafiek bij elkaar verzamelen. Sommige grafieken lijken qua vorm ook nog eens op elkaar en dan moeten ze getallen gebruiken om tot een antwoord te komen. Daar zijn ook de vlotte leerlingen nog wel even mee bezig, maar dat vinden ze meestal ook wel weer een leuke uitdaging.
Wil je ook aan de slag met deze puzzeltjes, download ze dan hieronder: