Vandaag ben ik in havo 4 gestart met het begrip significantie. De methode Systematische Natuurkunde start met hoofstuk 1 basisvaardigheden, maar ik vind dat niet zo passen bij havo leerlingen. Eerder merkte ik dat sommige leerlingen in de eerste weken van klas 4 begonnen te balen van hun vak keuze, omdat ze het eerste hoofdstuk zo saai vonden. Daarom hebben we dit jaar hoofdstuk 1 in eerste instantie overgeslagen en behandelen we onderdelen daarvan wanneer ze relevant zijn.
Eerder schreef ik al over mijn practicum Soortelijke warmte. Bij deze proef is nauwkeurig meten enorm van belang. Leerlingen meten maar een temperatuurstijging van 2-3 graden Celsius. Dan heeft een kleine meetfout een grote impact op je eindantwoord. Vandaar dat ik vandaag startte met de rekenregels voor significantie. Ik kwam er achter dat ze bij scheikunde al iets over significantie gehad hadden, maar dat leerlingen dit nog niet zo goed begrepen of dat het niet zo goed was blijven hangen. Bij scheikunde profiteerden ze er andere jaren van dat we het bij natuurkunde al uitgelegd hadden, maar dit jaar moesten zij dus wat meer moeite doen.
Ik ben gestart met de betekenis van een meting en de getalswaarde die daar bij horen. Daarna heb ik de regels voor vermenigvuldigen en delen, gevolgd door die van optellen en aftrekken. Daarna zijn we het PO nog eens door gaan rekenen, lettend op significantie. Tot slot hebben we bekeken wat we aan het werkplan moesten veranderen om een betrouwbaarder eindantwoord te krijgen: zorgen voor meer temperatuurverschil zodat die meting een kleinere relatieve fout krijgt.