Deze laatste vrijdag voor de toetsweek hadden we op school een studiedag over formatief evalueren. Op het Eckartcollege loopt nu het traject van nadenken over toetsdruk, minder summatief toetsen en daarom dus meer inzetten op formatief evalueren. Op mijn vorige school heb ik hetzelfde proces meegemaakt. Het is grappig om te zien dat er veel verschillen in het proces zitten. Op het Eckart zijn ze een paar jaar later gestart met dit proces, al krijg ik het idee dat in ieder geval een deel van de collega’s er al wat bekender mee is.
Eind vorig schooljaar zijn we met een clubje docenten gestart in een werkgroep over toetsdruk. Uit de cijfers bleek dat ze op het Eckart meer toetsen dan gemiddeld in het land. Dat klopt met mijn beeld als nieuwe docent op school. Het idee is om van 4 periodes per jaar over te gaan naar 3 periodes. Dat scheelt weer een toetsmoment is het idee. Daarnaast is mijn beeld dat we moeten kijken naar de redenen om te toetsen. Is dat een stok achter de deur om leerlingen te dwingen te leren voor je vak, of is dat iets anders..
Dit schooljaar is een overgangsjaar. Secties krijgen de tijd om de gesprekken over toetsen te voeren en zich voor te bereiden op 3 periodes. Onderdeel daarvan is de studiedag van vandaag. De start was redelijk wetenschappelijk ingestoken, iets wat ik wel leuk vond, maar waar niet iedere collega op zat te wachten. We kregen wat achtergrond informatie over de verschuivingen in de recente geschiedenis, gekoppeld aan verschillende onderzoeken. Na een uurtje theorie mochten we een workshop volgen om daarna nog een stuk plenair te verdiepen. In de middag was er tijd om met de sectie te bespreken hoe het geleerde in te zetten is.
De workshop die ik gevolgd heb ging over een nultoets. De docenten die de workshop gaven hebben aan het einde van een lessenserie, maar twee weken voor de echte toets, een formele nultoets afgenomen. wel lagen voor in de klas bij iedere vraag spiekbriefjes klaar die leerlingen mochten gebruiken bij het maken van de toets. Wel moesten ze dan een streepje op het blaadje zetten zodat de docent inzicht krijgt in hoe goed dat onderdeel al beheerst wordt. Daarna mochten leerlingen een plan maken wat ze nog gingen doen in de twee weken tot de summatieve toets. Sommige leerlingen gingen met alle foutjes aan de slag en anderen wilden eerst hun cijfer weten en besloten daarop niets meer te willen doen. Een keuze die je dan ook moet accepteren.
Mijn voornemen is het de volgende periode deze methode toe te passen in een aantal klassen. De grootste uitdaging vind ik: “waar haal je de tijd vandaan?”. Met mijn collega’s kwam ik tot de conclusie dat we de tijd willen winnen door in eerste instantie minder opdrachten te maken. De tussenliggende vragen kunnen leerlingen dan in die laatste twee weken maken. Ik ben heel benieuwd hoe dit gaat bevallen!